heropbloei
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: heropbloei (hulp, bestand)
Woordafbreking
- her·op·bloei
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van opbloeien met het voorvoegsel her-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heropbloei | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de heropbloei m
- het opnieuw tot bloei komen na een periode van neergang
- Daarnaast komen ook recentere tijden aan bod, zoals de periode van de onderdrukking van de kerk door het Sovjetregime en voor de heropbloei na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991. [1]
- Ongeveer tegelijk met de bloeiperiode van het impressionisme in Parijs ontstond in heel Europa een andere stroming van schilders die op groot formaat sterk realistische genretaferelen met sociale thema's gingen schilderen. Enorme doeken van boeren met doorgroefd gelaat, grauwe fabrieksarbeiders, sterke vissers, maar ook lieflijke taferelen van arme maar gelukkige gezinnen, bleke jongetjes die in helder blauwe rivieren spelen of blote dames in het struikgewas. Die heropbloei van de realistische weergave kwam in allerlei uithoeken voor, van het Noorddeense vissersdorpje Skagen tot diep in Frankrijk, Engeland, Hongarije en zelfs in België. Voor het eerst zijn nu deze naturalistische tendensen als een aparte stroming in de kunstgeschiedenis gepresenteerd. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord heropbloei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heropbloei" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Het Parool 18 JANUARI 2011 Hermitage in teken van glans en glorie
- ↑ NRC Saskia de Bodt 19 maart 1993 Een aan alle kanten slobberende jas; Het naturalisme in de schilderkunst
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be