herkrijgt
Uiterlijk
- her·krijgt
vervoeging van |
---|
herkrijgen |
herkrijgt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkrijgen
- Jij herkrijgt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkrijgen
- Hij herkrijgt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herkrijgen
- Herkrijgt!