herkomst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·komst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herkomst herkomsten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de herkomstv

  1. de afkomst, waar iets of iemand vandaan komt
    • De herkomst van dit woord is niet bekend. 
    • Ze was niet veeleisend wat betreft hun kwaliteit of herkomst. Ze had foto's van Clemenceau, Maurras, Poincaré, Jaurès, Joffre, Briand... Sinds ze haar man had verloren, die het bevel voerde over een groep geniformeerde suppoosten in het Musée du Louvre, bezorgden grote mannen haar heftige sensaties. [3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen