herintreder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·in·tre·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herintreder herintreders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de herintrederm

  1. (economie) werknemer die na lange tijd van werkloosheid weer aan het arbeidsproces gaat deelnemen
     Tot eind juni trok de zorg in een jaar 50.000 meer werknemers aan dan er weggingen. 116.000 mensen verlieten de sector, bijvoorbeeld omdat ze met pensioen gingen of ander werk gingen doen. Daar stond tegenover dat er 165.000 afstudeerders, zijinstromers en herintreders een baan kregen in de zorg.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. herintreder op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2022 Weblink bron “Zorg trekt meer werknemers dan er vertrekken” (28 nov. 2019), De Telegraaf