herintreder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: herintreder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- her·in·tre·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van herintreden met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herintreder | herintreders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de herintreder m
- (economie) werknemer die na lange tijd van werkloosheid weer aan het arbeidsproces gaat deelnemen
- ▸ Tot eind juni trok de zorg in een jaar 50.000 meer werknemers aan dan er weggingen. 116.000 mensen verlieten de sector, bijvoorbeeld omdat ze met pensioen gingen of ander werk gingen doen. Daar stond tegenover dat er 165.000 afstudeerders, zijinstromers en herintreders een baan kregen in de zorg.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord herintreder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ herintreder op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Zorg trekt meer werknemers dan er vertrekken” (28 nov. 2019), De Telegraaf