herformuleert
Uiterlijk
- her·for·mu·leert
vervoeging van |
---|
herformuleren |
herformuleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herformuleren
- Jij herformuleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herformuleren
- Hij herformuleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herformuleren
- Herformuleert!