herentoilet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·ren·toi·let
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herentoilet herentoiletten
verkleinwoord herentoiletje herentoiletjes

Zelfstandig naamwoord

het herentoileto

  1. een toilet of wc-ruimte voor mannen
     Door haar voet begon hij concreter aan de komende nacht te denken, hij moest het langzamer aan doen met het bier en hij moest trouwens een liter kwijt, en het leed geen twijfel waar het herentoilet was, een constante stroom van mannen ging die kant uit en kwam er weer van terug.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be