herbeleving

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·be·le·ving
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herbeleving herbelevingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de herbelevingv

  1. het opnieuw beleven van iets dat men eerder heeft meegemaakt
     Als zeventienjarige met schrijfdromen intrigeerde dit me in hoge mate: dat de herbeleving, in poëzie, van eigen ervaringen zo'n heftige uitwerking op het gemoed kon hebben.[1]
     Dan op naar Studio Sportwinter en met de medailletaxi naar het Holland House, voor een herbeleving van haar droom van die nacht, maar nu in het echt. Alles loopt uren uit, waardoor de McFlurry waarnaar ze al een week verlangt niet doorgaat: de ijsmachine is al uit en gaat niet meer aan, zelfs niet voor een olympisch kampioen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 maart 2022 Weblink bron “Tussen zenuwen en euforie: de gouden olympische dag van Esmee Visser” (25-12-2018), NOS