henna

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hen·na
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘oranjerood kleurmiddel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord henna -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de hennav / m

  1. (plantkunde) Lawsonia inermis op Wikispecies een struik uit de kattenstaartfamilie (Lythraceae op Wikispecies)
    • Op veel plaatsen in het Midden-Oosten kan henna aangetroffen worden. 
  2. de rode kleurstof gewonnen uit [1]
    • Zij had haar haar geverfd met henna. 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen