hellen
Niet te verwarren met: Hellen |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hel·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘schuin aflopen’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- Middelnederlands: hellen door verlies van -d- uit helden. Vgl. Angelsaksisch" heldan,hyldan. Afgeleid van Germaans bijvoeglijk naamwoord *halþo-, vgl. Gotisch halþs. Uit proto-Indo-Europees *kalto- [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hellen |
helde |
geheld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
hellen
- inergatief schuin staan
- Deze boom helt vervaarlijk naar de kant van de sloot.
- overgankelijk schuin doen staan
- Door te 'leunen' kun je een kano hellen, dat wil zeggen een kant van de kano dieper in het water leggen.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. schuin staan
2. schuin doen staan
Zelfstandig naamwoord
de hellen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hel
Gangbaarheid
- Het woord hellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hellen" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "hellen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, door Johannes Franck, M. Nijhoff 1892
- ↑ hellen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %