heksenkruid

Nederlands

Groot heksenkruid (Circaea lutetiana)

Uitspraak

• Geluid:  heksenkruid    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• hek·sen·kruid

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  heks zn  en  kruid zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	heksenkruid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het heksenkruid o

1. (bloemplanten) een geslacht Circaea  uit de teunisbloemfamilie (Onagraceae ). Het geslacht is genoemd naar de tovenares Circe  uit de Griekse mythologie . Haar tovenarij klinkt door in de Nederlandse geslachtsnaam, maar ook in het Engelse 'enchanter's nightshade' en in het Duitse 'Hexenkraut'. Het zijn bosplanten die over het gehele noordelijk halfrond voorkomen. Men vindt ze vooral op vochtige bosgronden

Hyperoniemen

• teunisbloemfamilie, zaadplanten, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• alpenheksenkruid, groot heksenkruid, klein heksenkruid

Afgeleide begrippen

• heksenkruidmot, heksenkruidsteltwants, kleine heksenkruidmot, zwarte heksenkruidmot

Gangbaarheid

• Het woord heksenkruid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] heksenkruid in het Nederlands Soortenregister N
• [1] heksenkruid op Wikidata