heitjes voor een karweitje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hei·tjes voor een kar·wei·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de heitjes voor een karweitjemv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord heitje voor een karweitje
     Hun heitjes voor een karweitje variëren van het winkelcentrum vegen, flessen wegbrengen tot gelukskoekjes bakken en een talentenshow houden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 juni 2021 Weblink bron Gearchiveerde versie “Expeditie Geluk trekt maandag van Haren naar Rolde” (7 oktober 2013) op assercourant.nl