heggenmus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- heg·gen·mus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van heg en mus met het invoegsel -en-
- samenstelling van hegge en mus met het invoegsel -n- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heggenmus | heggenmussen |
verkleinwoord | heggenmusje | heggenmusjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Prunella modularis ; een zangvogel ter grootte van een huismus met opvallend grijs op de kop
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- alpenheggenmus, Arabische heggenmus, bergheggenmus, bruine heggenmus, bruinrugheggenmus, gestreepte heggenmus, himalayaheggenmus, Japanse heggenmus, Kozlows heggenmus, roodborstheggenmus, steenheggenmus, zwartkeelheggenmus
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- Indien heggenmus wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep heggenmussen zie dan Hyponiemen heggenmussen
Vertalingen
1. een zangvogel ter grootte van een huismus met opvallend grijs op de kop
Gangbaarheid
- Het woord heggenmus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Invoegsel -n- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zangvogels in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal