hefwielen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hef·wie·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de hefwielenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hefwiel
    • De gedenksteen staat op een originele pijler uit de oude brug en is geflankeerd door twee hefwielen, waarmee de oude brug werd geopend en gesloten. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen