hedge

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hedge

Werkwoord

vervoeging van
hedgen

hedge

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hedgen
    • Ik hedge. 
  2. gebiedende wijs van hedgen
    • Hedge! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hedgen
    • Hedge je? 
Afgeleide begrippen


Meer informatie


Gangbaarheid