hedda

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • hed·da
Naar frequentie 43548

Werkwoord

hedda

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hedde
Schrijfwijzen

hedda

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van hedde
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • hed·da

Werkwoord

hedda

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast hedde, zie aldaar

hedda

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hedda

hedda

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van hedda

hedda

  1. gebiedende wijs van hedda
Schrijfwijzen

Werkwoord

hedda

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hedde

hedda

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van hedde

hedda

  1. gebiedende wijs van hedde
Schrijfwijzen