hechter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hech·ter
Bijvoeglijk naamwoord
hechter
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van hecht
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van hechten met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hechter | hechters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- apparaat waarmee men kan hechten
- iemand die wat vastmaakt of hecht
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord hechter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal