havervlok

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

havervlokken
Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ver·vlok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord havervlok havervlokken*
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de havervlokv / m

  1. (voeding) product gemaakt van haver dat lijkt op een sneeuwvlok
    • Op een doordeweekse ochtend eet Vincent niet alleen pap van havervlokken, gegarneerd met sesampasta en geroosterde sesamolie, geroosterde zonnebloemzaden, jam en ingemaakte gember. Hij neemt ook een misosoepje, gefermenteerde groente en gestoomde paksoi met citroen. Bij dit alles drinkt hij lever- en galthee en eet hij die zoutzure pruim. Eigenlijk gewoon macrobiotische tapas.[2] 
    • Roer de havervlokken, het gedroogde fruit en driekwart van de zaden goed door het botermengsel tot alles goed vermengd is.[3] 
Synoniemen
Opmerkingen
  • Het meervoud "havervlokken" is de meer gangbare vorm.

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen