havergort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ha·ver·gort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | havergort | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de havergort m
- (voeding) gepeld zaad van de haverplant Avena sativa
- ▸ Hoe kan de man die zich niets herinnert weer deel gaan nemen aan ‘zijn’ leven? (…) Het hele leven moet hij opnieuw leren, van een lekkend dak repareren en havergort kopen tot het huwelijk, want hij durft Julienne niet te beroeren. Ze is een vreemde voor hem.[2]
- (textielindustrie) (figuurlijk) grauw balenkatoen
Gangbaarheid
- Het woord 'havergort' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Thomas de Veen“Bij verschijning werd deze roman niet opgemerkt. Nu zegt onze recensent: wat een verbluffend boek” (9 april 2020) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Textielindustrie in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal