havenloods

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ven·loods
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord havenloods havenloodsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de havenloodsm

  1. (beroep) iemand die schepen in- en uit een haven geleidt
     De milieu-organisatie probeerde in Port Lincoln met tien mensen en twee rubberboten te voorkomen dat de havenloods aan boord van het vissersschip kon komen. De loods kon echter toch aan boord stappen en het schip, de Margiris, is de haven binnengelopen.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord havenloods havenloodsen
verkleinwoord havenloodsje havenloodsjes

Zelfstandig naamwoord

de havenloodsv / m

  1. (bouwkunde) gebouw waarin men goederen kan opslaan in een haven
     De explosie van dinsdag heeft volgens een Franse functionaris die met persbureau AFP sprak, geleid tot een krater van 43 meter diep. De ramp werd veroorzaakt door het ontploffen van 2750 ton ammoniumnitraat, een zeer explosieve stof die al zes jaar in een havenloods lag opgeslagen. Vrijdag werd duidelijk dat waarschuwingen jarenlang in de wind zijn geslagen door Libanese overheidsinstanties.[3]
     De recherche is steeds onderzoek blijven doen naar Jillals verdwijning en kwam recent uit bij de Antwerpse havenloods.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 april 2022 Weblink bron “Actie tegen Nederlands schip” (30-08-2012), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 april 2022 Weblink bron “Libanese ministers stappen op na explosie Beiroet” (09-08-2020), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 19 april 2022 Weblink bron
    Wouter Laumans
    “Spoor naar mogelijk vermoorde ‘Tante’ Jillal (52) leidt naar loods in Antwerpen” (15-03-2021), Tubantia