hasí

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·sí

Werkwoord

hasí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord hasit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord hasit