hartpatiënte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hart·pa·ti·en·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hartpatiënte hartpatiëntes
verkleinwoord hartpatiëntetje hartpatiëntetjes

Zelfstandig naamwoord

de hartpatiëntev

  1. (medisch) vrouw die lijdt aan een ziekte van het hart
     Verstraete, wiens vriendin hartpatiënte is, spreekt in een interview met de Belgische tv-zender VTM zijn zorgen uit. "Wij (de rest van de spelersgroep, red.) hoeven voorlopig niet in quarantaine en dat is wel een beetje bizar. De fysiotherapeut heeft mij en andere spelers wekenlang behandeld. En met een van de twee spelers in kwestie vormde ik een duo in de fitnesszaal."[1]
     De Hartstichting nodigde naast Lieke actrices Miryanna van Reeden en Tanja Jess uit in een studio en stelde het trio de vraag of ze een hartinfarct kunnen veinzen. ,,Het voelt benauwd, reageert Miryanna. ,,Misschien moet het heftiger, krijgt Tanja te horen. Vervolgens horen ze het verhaal van een hartpatiënte aan die omschrijft hoe een hartinfarct werkelijk voelt. Die opnames leiden tot de campagne 'Vrouwenhart'.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 april 2022 Weblink bron “Köln-speler luidt noodklok over herstart Bundesliga na coronagevallen” (03-05-2020,), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 april 2022 Weblink bron
    Suzanne Borgdorff
    “Lieke van Lexmond veinst hartinfarct voor vrouwencampagne” (14-09-2017), Tubantia