hartkamer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hart·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hartkamer hartkamers
verkleinwoord hartkamertje hartkamertjes

Zelfstandig naamwoord

de hartkamerv / m

  1. (anatomie) één van twee kamers van het hart
Synoniemen
Holoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be