hartinfarct

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hart·in·farct
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hartinfarct hartinfarcten
verkleinwoord hartinfarctje hartinfarctjes

Zelfstandig naamwoord

het hartinfarcto

  1. (medisch) verstopping van een kransslagader of een tak hiervan, leidend tot het afsterven van hartspierweefsel
    • Risicofactoren voor een hartinfarct zijn onder andere roken, hypertensie, hypercholesterolemie, overgewicht en suikerziekte. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be