harsachtig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hars·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen harsachtig harsachtiger harsachtigst
verbogen harsachtige harsachtigere harsachtigste
partitief harsachtigs harsachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

harsachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van hars
    • Het is het grootste vliegtuig waar ik ooit ingezeten heb, en omdat het 'n Griekse lijn is krijgen we bij het eten een heel klein kartonnen potje olijfolie en droge, harsachtig wijn.(uit:Verleden als eigenschap van Cees Noteboom) 
Synoniemen

Gangbaarheid