harpiste
Uiterlijk
- har·pis·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harpiste | harpistes |
verkleinwoord | harpistetje | harpistetjes |
de harpiste v
- (beroep) een vrouwelijke bespeler van het muziekinstrument harp.
- Het woord harpiste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.