harpist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- har·pist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harpist | harpisten |
verkleinwoord | harpistje | harpistjes |
Zelfstandig naamwoord
de harpist m
- (beroep) een bespeler van het muziekinstrument harp.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord harpist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "harpist" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be