hangjeugd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hang·jeugd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hangjeugd
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hangjeugdv / m

  1. groepen jongeren die in de openbare ruimte rondhangen en waaraan anderen zich kunnen ergeren
     Volgens de agenten blinkt de lokale hangjeugd uit "in het achterlaten van hun afval op straat". Ook deze nacht was het weer raak. De jongeren hadden blijkbaar zin gehad in een Happy Meal van McDonald's. Het afval werd niet in de prullenbak gegooid, maar op straat.[2]
     Op een online filmpje is te zien dat Emanuels de hangjeugd voor haar zaak wegjaagt met een stok. Ze zou daarvoor zijn bekogeld met een mandarijn. "Hey kankernegerin", schreeuwde een van de jongeren.[3]
     De gemeente Bussum vindt ook dat jongeren minder moeten drinken, maar zijn wel bang voor de effecten op de korte termijn. "Jongeren van 16 en 17 die nu al uitgaan, kunnen nergens meer heen", zegt een woordvoerder. De gemeente is bang voor meer hangjeugd en denkt na over alternatieven, zoals bijvoorbeeld een apart jeugdcafé.[4]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. hangjeugd op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “Politie 'deelt uit' en brengt zwerfafval terug naar jongeren” (Zondag 3 juni 2018, 13:20), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “Hilversumse blij met steun na racisme, maar sceptisch over aanpak” (Donderdag 31 augustus 2017, 12:41), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “17-jarige komt geen kroeg meer binnen” (Zaterdag 9 november 2013, 10:04), NOS