handwarmers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handwarmers (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hand·war·mers
Zelfstandig naamwoord
de handwarmers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord handwarmer
Bijvoeglijk naamwoord
handwarmers
- partitief van de vergrotende trap van handwarm