handlar

Uit WikiWoordenboek

Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·lar

Werkwoord

handlar

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van handla

Werkwoord

handlar

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van handle

Zelfstandig naamwoord

handlar

  1. nominatief bepaald mannelijk meervoud van handel


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·lar
Naar frequentie 518

Werkwoord

handlar

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van handla