handlangster

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·lang·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handlangster handlangsters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de handlangsterv

  1. vrouw die een ander persoon helpt bij kwade praktijken
     Maar de spottende blikken van de man beantwoordde ze met de sluwe knipoog van een handlangster.[1]
     Vorig jaar kwam de ex-vrouw en handlangster van Dutroux, Michelle Martin, vrij onder voorwaarden. Haar vrijlating leidde tot flinke onrust. Zij verblijft in een klooster vlakbij Namen.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396
  2. Bronlink geraadpleegd op 31 maart 2022 Weblink bron “Handlanger Dutroux mag 5 keer cel uit” (17-06-2013), Tubantia