handgemeen
Uiterlijk
- Geluid: handgemeen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈhɑntɣəmen/
- hand·ge·meen
- [bijvoeglijk naamwoord] van Middelnederlands hantgemene "met ieders handen bij elkaar, samen" (vriendschappelijk) en "zo dicht bij elkaar dat je elkaar met de hand raakt, in schermutselingen verwikkeld, aan een gevecht begonnen"; op te vatten als een samenstelling van hand en gemeen[1][2][3]
- [zelfstandig naamwoord] zelfstandig gebruik van [bijvoeglijk naamwoord 1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | handgemeen |
verbogen | (alleen predicaat) |
- in een onderling gevecht
- In de zaal een onbeschrijfelijk rumoer van stemmen, vloeken, stoelen worden verschoven, mannen raken handgemeen, alles dringt naar de deur toe. [4]
- (verouderd) samen, eensgezind, medeplichtig
Is alleen nog gangbaar in de vaste verbindingen met de werkwoorden raken, worden, en zijn. Verbogen vormen zijn wel mogelijk met constructies als handgemeen wordende of handgemeen geraakte[5]. Door de absolute betekenis van het woord kent het geen trappen van vergelijking. Sinds de tweede helft van de 20e eeuw zijn formuleringen met het zelfstandig naamwoord als "in een handgemeen geraakte" meer gebruikelijk.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handgemeen | handgemenen |
verkleinwoord |
het handgemeen o
- (formeel) gevecht
- De protestdemonstratie die zaterdag door zon 4000 studenten in Den Haag werd gehouden, leidde aan het einde van de middag tot een handgemeen met de politie.
1.
- Het woord handgemeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handgemeen" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ handgemeen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Last, J.Zuiderzee. (1934) Em Querido's Uitgeverij, Amsterdam; p. 300; geraadpleegd 2015-12-28
- ↑ Broekhuis, H.Syntax of Dutch Adjectives and Adjective Phrases (2013) Amsterdam University Press, Amsterdam; ISBN 9789089645494; p.358
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Predicaatswoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Formeel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %