handelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- han·delt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
handelen |
handelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handelen
- Jij handelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handelen
- Hij handelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van handelen
- Handelt!
Duits
Uitspraak
- IPA:
Woordafbreking
- han·delt
Werkwoord
handelt