handeldrijft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·del·drijft

Werkwoord

vervoeging van
handeldrijven

handeldrijft

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handeldrijven
    • ... dat jij handeldrijft. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handeldrijven
    • ... dat hij handeldrijft.