handchirurgie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hand·chi·rur·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handchirurgie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de handchirurgie v
- (medisch) het medisch specialisme dat bezig houdt met het behandelen van aandoeningen aan handen