handbalster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hand·bal·ster
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van handballen met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handbalster | handbalsters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de handbalster v
- (sport) vrouw die handbal speelt
- heel beroemde vrouwelijke handballer
Gangbaarheid
- Het woord handbalster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Handbalster Dulfer: 'Kon de laatste minuut niet meer kijken'” (15-12-2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Van der Vaart en Polman: 'Jammer, maar sport kun je makkelijk missen'” (22-03-2020), NOS