hamsteren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van hamsteren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		hamsteren			te hamsteren
	toekomend		zullen hamsteren			te zullen hamsteren
voltooid	tegenwoordig		hebben gehamsterd			te hebben gehamsterd
	toekomend		gehamsterd zullen hebben			gehamsterd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	hamsterend		gehamsterd			ev. hamster	mv. verouderd hamstert	hamstere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	hamster	hamstert	hamstert	hamstert	hamstert	hamsteren	hamsteren	hamsteren
verleden (o.v.t.)	hamsterde	hamsterde	hamsterde	hamsterde	hamsterde	hamsterden	hamsterden	hamsterden
toekomend (o.t.t.t.)	zal hamsteren	zult/zal hamsteren	zult/zal hamsteren	zult hamsteren	zal hamsteren	zullen hamsteren	zullen hamsteren	zullen hamsteren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou hamsteren	zou hamsteren	zou(dt) hamsteren	zoudt hamsteren	zou hamsteren	zouden hamsteren	zouden hamsteren	zouden hamsteren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gehamsterd	hebt gehamsterd	hebt/heeft gehamsterd	hebt gehamsterd	heeft gehamsterd	hebben gehamsterd	hebben gehamsterd	hebben gehamsterd
verleden (v.v.t.)	had gehamsterd	had gehamsterd	had gehamsterd	hadt gehamsterd	had gehamsterd	hadden gehamsterd	hadden gehamsterd	hadden gehamsterd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gehamsterd hebben	zal/zult gehamsterd hebben	zult/zal gehamsterd hebben	zult gehamsterd hebben	zal gehamsterd hebben	zullen gehamsterd hebben	zullen gehamsterd hebben	zullen gehamsterd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gehamsterd hebben	zou gehamsterd hebben	zou/zoudt gehamsterd hebben	zoudt gehamsterd hebben	zou gehamsterd hebben	zouden gehamsterd hebben	zouden gehamsterd hebben	zouden gehamsterd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gehamsterd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gehamsterd				er is gehamsterd
verleden	er werd gehamsterd				er was gehamsterd
toekomend	er zal gehamsterd worden				er zal gehamsterd zijn
voorwaardelijk	er zou gehamsterd worden				er zou gehamsterd zijn