haltes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hal·tes

Zelfstandig naamwoord

de haltesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord halte
     We waren natuurlijk te laat en kwamen op het idee om te gaan zwartrijden in de trein vanuit Igelboda, het waren toch maar twee haltes voor Johan en drie voor mij.[1]
Synoniemen

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767