halteplaats

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

halteplaats
Uitspraak
Woordafbreking
  • hal·te·plaats
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halteplaats halteplaatsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de halteplaatsv / m

  1. plaats waar men gedurende een korte tijd stopt op een reis
     De etappes waren kort, de ransels werden op bagagewagens vervoerd en de Oostenrijkse autoriteiten hadden de officieren bij iedere halteplaats overvloedige maaltijden aangeboden.[1]
     François Hollande studeerde aan de Ecole Nationale d'Administration, een niet te missen halteplaats voor iedere Fransman die hoog wil eindigen in de politiek of het landsbestuur.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2022 Weblink bron
    Hans Brom
    “François Hollande, een keurige buur als president” (08-10-2011), NOS