halswervel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hals·wer·vel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halswervel halswervels
verkleinwoord halswerveltje halswerveltjes

Zelfstandig naamwoord

de halswervelm

  1. (anatomie) een van de 7 nekwervels
     Een fractie van een seconde voordat de kabel zich aanspant en de man overlijdt doordat deze een halswervel breekt en in de huid en pezen van zijn hals snijdt, wordt de ontspanner van de camera ingedrukt.[2]
     De zege van Boll is enigszins verrassend te noemen aangezien hij drie maanden geleden nog veel last had van een halswervel. "Ik kan dit niet geloven. Ik had nul verwachtingen voor dit toernooi. Maar ik ben een jager en ik geef nooit op", aldus Boll.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
  3. Bronlink geraadpleegd op 15 april 2022 Weblink bron “Zevende Europese titel voor 'jager' Boll: 'Ik had nul verwachtingen'” (23-09-2018), NOS