halshoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hals·hoek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hals en hoek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halshoek | halshoeken |
verkleinwoord | halshoekje | halshoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de halshoek m
- (scheepvaart) de hoek van een zeil voor onderin, waar de onderkant aan het zeil aan de mast bevestigd is op een zeilboot
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'halshoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.