halsbånd

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈhɑlsbɔn/

Woordafbreking

• hals·bånd

Woordherkomst en -opbouw

• Samestelling van de Noorse woorden hals en bånd

Naar frequentie	14223

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	halsbånd	halsbåndet	halsbånd	halsbånda halsbåndene
genitief	halsbånds	halsbåndets	halsbånds	halsbåndas halsbåndenes

Zelfstandig naamwoord

halsbånd o

1. collier
2. halsband

   «Han nå har lært at hunden alltid må ha halsbånd med telefonnummer.»

   Hij heeft nu geleerd dat de hond moet altijd een halsband met telefoonnummer hebben.

3. een kleurige band die rond de nek van een dier loopt en tot de benaming leidt

Schrijfwijzen

• [1-3]: halsband

Synoniemen

• [1]: halskjede
• [2]: lenke
• [2]: riem
• [2]: ring

Hyperoniemen

• [1]: pynt

Afgeleide begrippen

   

[1]: diamanthalsbånd [1]: diamanthalsbånd [1-2]: lærhalsbånd [2]: dressurhalsbånd [2]: hundehalsbånd

[2]: reflekshalsbånd [3]: halsbåndfluesnapper [3]: halsbåndmungo [3]: halsbåndparakitt [3]: halsbåndparakitter