halfvleugelige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. De groene schildwants Palomena prasina op Wikispecies is een halfvleugelige.
Uitspraak
Woordafbreking
  • half·vleu·ge·li·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halfvleugelige halfvleugeligen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de halfvleugeligev / m

  1. (dierkunde) benaming voor insecten uit de orde Hemiptera op Wikispecies
     Rugzwemmer. Dit is een halfvleugelige, die de eigenaardige gewoonte heeft op haar rug te zwemmen[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen

Bijvoeglijk naamwoord

halfvleugelige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van halfvleugelig
     ‘Light verse’ kun je deze poëzie dan ook niet noemen. En helemaal niet waar Marijnis zijn persoonlijke woede of ontgoocheling verwoordt, zoals in ‘Spuugbeestje’. Daarin typeert hij het halfvleugelige insect Philaenus spumarius in de slotregels als
    ‘een bleekgroen beestje dat zijn heil
    – als ik – zoekt in poëtica van lucht en kwijl’.
    [3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 augustus 2022 Weblink bron Watervolkje, Katholiek Vrouwelijk Jeugdwerk, Utrecht in: Bloesem, jrg. 1951, nr. 6 (juni 1951), p. 106
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 augustus 2022 Weblink bron
    Arie van den Berg
    “De dichter is een spuugbeestje” (23 mei 2003) op nrc.nl op Wikipedia