Naar inhoud springen

halfbakken

Uit WikiWoordenboek
  • half·bak·ken
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen halfbakken halfbakkener halfbakkenst
verbogen halfbakkenste
partitief halfbakkens halfbakkeners -

halfbakken [2]

  1. (kookkunst) van brood dat het nog niet volkomen gaar is
  2. (figuurlijk) gebrekkig en ondoordacht
    • Dat kon de genadeslag betekenen voor Tilda. Dat wat tussen haar oren nog een vlucht naar voren was, werd buiten haar gezichtsveld een duwtje in de richting van de afgrond. Politiek vereiste soms radicale beslissingen. Regels waren er niet. Adema had hem weer eens onderschat met haar halfbakken nonsens. Het idee dat ze Morten Mathijsen te snel af kon zijn, was haar laatste misrekening.[3] 
    • Volgens historicus Geert Mak is de lange band van de Nederlandse bevolking met het koningshuis vooral toe te schrijven aan een ongelukkige combinatie van laksheid en ingewikkelde procedures. 'Eigenlijk is Nederland al sinds 1816 klaar met het koningshuis, maar het lukt elk jaar maar niet om het op tijd stop te zetten. In 1917 is een halfbakken poging gedaan om koningin Wilhelmina te annuleren, maar dat ging op het laatste moment mis omdat Troelstra zijn DigiD-wachtwoord was vergeten en hij niet genoeg tijd meer had om een nieuwe aan te vragen.' Volgens Willem-Alexander ligt de verantwoordelijkheid om hem op tijd stop te zetten bij Nederland. 'Je mag van de burger tegenwoordig best wel een beetje zelfredzaamheid verwachten. Dit is een koninkrijk, geen hotel.'[4]  
97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]
  1. halfbakken op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Anna Levander Mo De Morten Trilogie deel 2 ISBN 9789021456706 pagina 230
  4. Volkskrant Laura van Gelder Jos Maalderink 26 april 2017 satirisch artikel
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be