haatster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- haat·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van haten met het achtervoegsel -ster[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haatster | haatsters |
verkleinwoord | haatstertje | haatstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de haatster v
- vrouwelijke vorm van hater
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'haatster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.