haatcampagne

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haat·cam·pag·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haatcampagne haatcampagnes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de haatcampagnev / m

  1. propaganda die erop gericht is dat mensen een grote hekel gaan krijgen aan bepaalde andere mensen
     De haatcampagne die losbarstte was ongekend: Pasternak werd uitgemaakt voor een kwaadaardige bourgeois, een rancuneuze literaire snob, een varken dat zijn eigen voedertrog besmeurde.[1]
     De Duits-Zwitserse Albert Einstein was in Amerika toen de nazi's in 1933 aan de macht kwamen. Hij was toen al jarenlang het doelwit van een haatcampagne en die verhevigde nadat Hitler het voor het zeggen had gekregen. Einstein besloot daarop niet meer naar zijn geboorteland terug te keren.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396
  2. Bronlink geraadpleegd op 31 maart 2022 Weblink bron “Meer dan honderd 'nieuwe' stukken van Einstein openbaar gemaakt” (06-03-2019), NOS