haarzak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- haar·zak
Woordherkomst en -opbouw
- [1], [2] samenstelling van haar zn en zak zn [1]
- [3] herkomst onzeker, het eerste deel "haar" kan verwant zijn aan Duits Hader zn "ruzie", het tweede deel kan het scheldwoord zak zn of een verbastering van zaak zn zijn, er kan ook een verband zijn met aaszak zn , [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haarzak | haarzakken |
verkleinwoord | haarzakje | haarzakjes |
Zelfstandig naamwoord
de haarzak m
- (anatomie) kleine flesvormige holte in de huid met de wortel van een haar
In deze betekenis wordt vaak het verkleinwoord "haarzakje" gebruikt.- Een folliculitis is een ontsteking van de haarzakjes.
- ▸ Bij het proces dat elektrolyse wordt genoemd wordt een kleine elektrische stoom opgewekt, die een chemische reactie opwekt die het haarzakje vernietigd [sic!]. (…) Wel kunnen hiermee ook haren met een anders gevormde haarzak worden behandeld.[5]
- (kleding) net of buidel die voorkomt dat hoofdhaar in de weg hangt
- Een chirurg moet tijdens het opereren een haarzak dragen.
- ▸ Rond 1820 volgen politieagenten in Utrecht bepaald niet de laatste mode. Het hoofd der politie draagt een groen jasje, een klein hoedje en een enorme haarzak met grote strik.[6]
- (persoon) iemand die graag ruzie maakt of hebberig is
-
[1] Een haarzakje onder de microscoop.
-
[2] Een gehaakte haarzak
Synoniemen
- [1] haarfollikel
- [3] pestkop, vrek
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- [3] haarzakken ww
Uitdrukkingen en gezegden
- [3] haarzak doenoneerlijk spelen, bedriegen
- ∗ ⧖ Als Charel de smid zijn smisdeur sluit, dan blijft er nog een tijdeke een flauw schijnsel hangen door het raam neven Sint Joris, van de herberg van Gielen Tuuês, waar Gielen met Pessem, Sus de Peutter, en Jan Vlooi te kruisjassen zitten. De Heiligen hooren ten leste ook de deuren van Gielen toegaan, ze hooren de drie mannen op hun kloenken over de kassei stappen, en Jan Vlooi nog foeteren tegen Pessem omdat hij haarzak gedaan heeft, en dan is alles stil.[8]
Gangbaarheid
- Het woord haarzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "haarzak" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[9] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ haarzak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Drie etymologische woordenboeken : Etymologie van dialectwoorden in: Neerlandia/Nederlands van Nu, jrg. 108/52 nr. 1 (maart 2004), Algemeen-Nederlands Verbond, Den Haag / Brussel, p. 30
- ↑ Weblink bron A.W. van Drongelen & A.C.P. de Bruijn“Laseren en aanverwante behandelingen als ‘voorbehouden handeling’ in de Wet BIG”, Briefrapport 2015-0158, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Bilthoven, p. 26
- ↑ Weblink bron K.P.C. de Leeuw“Kleding in Nederland 1813-1920.”, proefschrift (1991), Katholieke Universiteit Brabant, Tilburg, ISBN 9090042482, p. 80
- ↑ Weblink bron Nicolas Defrecheux, de Waalsche Volksdichter. in: Dietsche Warande en Belfort., jrg. 1 nr. 11 (15 november 1900), A. Siffer/H. Coebergh, Gent/Haarlem, p. 328
- ↑ Weblink bron “De heiligen van Sichem.”, 2e druk (1932), Wereldbibliotheek, Amsterdam, 35/36
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Persoon in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %