haarscherp
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: haarscherp (hulp, bestand)
Woordafbreking
- haar·scherp
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘zeer scherp’ voor het eerst aangetroffen in 1922 [1]
- intensief, samenstelling van haar en scherp [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | haarscherp |
verbogen | haarscherpe |
partitief | haarscherps |
Bijvoeglijk naamwoord
haarscherp [3]
- uiterst precies en nauwkeurig
- Zo bleven haar heren generatiegenoten in de romanbusiness dit jaar in de schaduw van Nelleke Noordervliet. Haar Aan het eind van de dag vertelt het levensverhaal van een vrouw - even wars van wissewasjes als haar schepper - die zich opwerkte tot minister, in een boek dat óók een hartstochtelijke verdediging van de roman is. Én een haarscherpe analyse van hoe we zelf een verhaal van ons leven proberen te maken en hoe pijnlijk het is als anderen dat in onze plaats willen doen. Pijnlijk ook, omdat die anderen best vaak gelijk hebben.[4]
- (fotografie), van een foto: zeer gedetailleerd
- De ruimtesonde Cassini-Huygens die Saturnus en zijn manen bestudeert in een gezamenlijk project van NASA, ESA en ASI stuurde dinsdag haarscherpe foto’s van de maan Pan naar de aarde. Pan werd in 1990 al ontdekt, maar nog nooit eerder waren er zulke duidelijke foto’s van gemaakt. Ontdekker Mark R. Showalter is dan ook diep onder de indruk:[5]
Synoniemen
- [2] duidelijk
Antoniemen
- [1] onnauwkeurig, slordig
- [2] onscherp, vaag
Vertalingen
1. (fotografie) van een foto dat grenzen duidelijk en niet vaag zijn afgebeeld
Gangbaarheid
- Het woord haarscherp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "haarscherp" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ "haarscherp" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ haarscherp op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Arjen Fortuin 30 december 2016
- ↑ NRC Arjan Meesterburrie 10 maart 2017
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Intensief in het Nederlands
- Intensivering in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Fotografie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %