haarscheiding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haar·schei·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haarscheiding haarscheidingen
verkleinwoord haarscheidinkje haarscheidinkjes

Zelfstandig naamwoord

de haarscheidingv

  1. Scheiding. Aan beide kanten van een haarscheiding is het haar de andere kant op gekamt zodat de hoofdhuid zichtbaar wordt.
    • Dawson is een racistische slechterik met een smal gezicht, een klein rond brilletje, een opvallende haarscheiding midden op zijn hoofd en een klein snorretje. 

Gangbaarheid