haardhout

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

haardhout
Uitspraak
Woordafbreking
  • haard·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haardhout
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het haardhouto

  1. hout dat men kan gebruiken om te verbranden in een open haard
     De hoge gasprijs zet veel consumenten aan het denken. Hoe kan ik de energierekening drukken? Het stoken van hout wordt als goedkoper alternatief gezien, hoewel het niet erg efficiënt is: het grootste deel van de warmte verdwijnt door de schoorsteen. Niettemin: haardhout-verkopers, handelaren in haarden en houtkachels, schoonsteenvegers hebben het nu zo druk dat ze soms niet weten wat hen overkomt.[1]
     De vraag naar haardhout piekt in Duitsland, terwijl het seizoen eigenlijk op zijn eind loopt. Volgens de verkopers vrezen veel Duitsers dat ze volgende winter vanwege problemen met Russisch gas niet meer aan hout kunnen komen.[2]
Hyperoniemen
Synoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2024 Weblink bron “Hout als alternatief voor duur gas: 'Het is bizar, extreem druk gewoon'” (Woensdag 20 oktober 2021, 06:31), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2024 Weblink bron “Duur gas leidt tot Duitse run op haardhout” (Vrijdag 1 april 2022, 22:36), NOS