haagpreken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: haagpreken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhaxprekə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- haag·pre·ken
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de haagpreken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord haagpreek